weg met iemand of iets


weg met iemand of iets 1.0

iemand of iets moet verdwijnen; ter uitdrukking dat iemand of iets verwijderd of afgevoerd moet worden of dat men voor het genoemde afkeer of verachting heeft

Algemene voorbeelden


'Voer haar weg, en snel wat,' zei ik. 'Dat meisje is ziek in haar kop. Ik weggereden met haar motorfiets? Ik wist niet eens dat ze een motorfiets had. Het is godbetert tien jaar geleden dat ik haar gezien heb. Weg met haar.'

De droogte, Herman Brusselmans,

Weg met hem! Met behoud van salaris, als het moet.

De Standaard,

Ik drink koffie uit een bekertje. Als ik me over haar heen buig om haar iets bemoedigends toe te fluisteren, roept ze: 'Weg! Weg met die koffie! O, wat stinkt het hier naar koffie! Ik ben misselijk... ik kan er niet tegen...' De weeën laaien weer in volle hevigheid op.

Engelenplaque, A.F.Th. van der Heijden,

Weg met de dictatuur van het politiek correcte denken!

De Standaard,

Weg met de dure wisseltransacties waar alleen banken en wisselagenten rijker van worden.

De Standaard,